Het percentage vrouwen in de Raad van Commissaris blijft stijgen en is met 36,9% hoog te noemen, blijkt uit onderzoek.

De organisaties die het Charter Talent naar de Top hebben ondertekend laten zien dat 30% topvrouwen wel haalbaar is, als je je maar langdurig committeert aan diversiteitsbeleid. Met 36,9% vrouwen in de raad van commissarissen en 27,2% vrouwen in de raad van bestuur blijken zij opnieuw koplopers in Nederland. Dat staat in de Monitor Talent naar de Top 2017 met de titel ‘Het kán wel’, die Caroline Princen, voorzitter commissie Monitoring, vandaag aanbiedt aan minister Sigrid Kaag. Het succes van het charter leidt ertoe dat het nu ook ingezet wordt voor meer culturele diversiteit aan de top. De pilot is al van start.

Met de Wet bestuur en toezicht (Wbt) wordt sinds 1 januari 2013 gestreefd naar een evenwichtige verdeling van vrouwen en mannen in de raad van bestuur (rvb) en de raad van commissarissen (rvc) van grote vennootschappen. Zowel de rvb als de rvc van grote bv’s en nv’s moet ten minste uit 30% vrouwen en 30% mannen bestaan.

RvB en RvC

Eind 2017 hebben de charterorganisaties gemiddeld 27,2% vrouwen in de rvb. Dat is hoger dan het aandeel vrouwen in de top in zijn geheel (23,6%). Het percentage vrouwen in de rvc is met gemiddeld 36,9% nog veel hoger. In de raad van toezicht (rvt) zitten relatief nog meer vrouwen: gemiddeld 38,5%. In vergelijking met 2016 is bij charterorganisaties vooral het aandeel vrouwen in de rvb toegenomen, namelijk met 3,8 procentpunt. Het aandeel vrouwen in de rvc is ook gestegen, met 2,5 procentpunt. Dat is in beide gevallen meer dan vorig jaar. Ook het aandeel vrouwen in de rvt is met 3,4 procentpunt meer gestegen dan vorig jaar.

Ter vergelijking: voor Nederland totaal geldt dat bedrijven die aan de Wbt moeten voldoen eind 2016 10,7% vrouwen in de rvb hebben en 15,0% in de rvc. Organisaties in de semi-publieke sector hebben eind 2016 30,1% vrouwen in de rvb en 35,5% vrouwen in de rvt. Eind 2017 is bijna de helft (48,6%) van de rvb’s en ruim twee derde (70%) van de rvc’s van charterorganisaties evenwichtig samengesteld. Ook twee derde (67,7%) van de rvt’s van charterorganisaties is evenwichtig verdeeld.

Consultancy – organisatie/HR scoort slecht

Net als vorige monitoringjaren zijn vrouwen in de top het best vertegenwoordigd bij werkgevers- en werknemersorganisaties (50%), gevolgd door de sector woningcorporaties (45,2%) en cultuur, media, handel en horeca (42,3%) (figuur 2). Deze percentages liggen ruim boven het chartergemiddelde van 23,8%. De sector consultancy – organisatie/HR (15,4%) heeft dit jaar het laagste percentage vrouwen in de top. De traditioneel ‘mannelijke’ sector bouw, industrie, transport en energie scoort met 21,6% vrouwen in de top net onder het chartergemiddelde. Verhoudingsgewijs scoort deze sector qua aandeel vrouwen in de top dus niet veel slechter dan de minder traditioneel mannelijke sectoren.

Charter Talent naar de Top

Het Charter Talent naar de Top is ondertekend door 262 vooraanstaande organisaties in Nederland. Elk jaar wordt de voortgang van deze groep ondertekenaars gemonitord.
Caroline Princen, voorzitter Commissie Monitoring Talent naar de Top: “Het goede nieuws is dat de charterondertekenaars laten zien dat 30% vrouwen in de top wel degelijk kan. Zolang je maar doelen stelt en je langdurig committeert aan diversiteitsbeleid. Het slechte nieuws is dat er nog steeds veel organisaties zijn die onvoldoende intrinsiek gemotiveerd zijn om daar werk van te maken, zij ondernemen gewoonweg te weinig. Dat bleek ook uit de Bedrijvenmonitor Topvrouwen 2017. Daarom is een wettelijk quotum nog steeds nodig.”