De top van het Nederlandse bedrijfsleven weet weinig af van de impact van de digitale transformatie. Een meerderheid van de bestuurders en toezichthouders geeft aan dat ICT erg belangrijk is, maar op strategisch niveau wordt het nauwelijks besproken. 

Dat blijkt uit een onderzoek onder de top van het Nederlandse bedrijfsleven, verricht door de branchevereniging Nederland ICT. De studie is uitgevoerd onder besturen, directies, Raden van Commissarissen en Raden van Toezicht van beursfondsen, mid-market-bedrijven en semipublieke organisaties. Het onderzoek richt zich op de visie en omgang met actuele vraagstukken op het gebied van digitalisering.

Slechts een derde van de respondenten heeft een beeld bij de digitale transformatie, terwijl een ruime meerderheid aangeeft dat ICT belangrijk is voor het bedrijf of de instelling.

Beperkte blik

‘We wilden graag beter inschatten hoe de hoofdletter D geborgd is in de top van het Nederlandse bedrijfsleven’, zegt Lotte de Bruijn, directeur Nederland ICT. ‘We kunnen eigenlijk maar één algemene conclusie trekken naar aanleiding van de resultaten: de top is wel bezig met digitalisering, maar met een veel te beperkte blik.’

Nadruk op verkeerd belang ICT

Uit het onderzoek komt ook naar voren dat 50% van de ondervraagden aangeeft dat ICT erg belangrijk is voor de core-business van hun organisaties. Een kwart geeft aan zelfs volledig afhankelijk te zijn van ICT, vooral op operationeel niveau. De afhankelijkheid is beduidend minder op strategisch of tactisch niveau. De Bruijn: ‘De afdeling IT wordt teveel aangekeken als het gaat over digitalisering. Maar digitalisering gaat zoveel verder dan het in gebruik nemen van bepaalde hard- of software. Het heeft bijvoorbeeld invloed op je bedrijfsvoering, je strategische positie en je relatie met patiënten.’

Kennis van ICT ontbreekt

Uit het onderzoek blijkt dat een ruime meerderheid afhankelijk is van externe expertise op het gebied van digitalisering en dat bijna driekwart van de bestuurders zich zorgen maakt over het kennisniveau binnen de eigen organisatie. Olaf Smits van Waesberghe, directeur Nationaal Register: ‘Het is opvallend dat de boardroom haar eigen digitale kennis overschat. Slechts 1% van de leden van het bestuur of de directie gaven namelijk aan dat deze kennis bij RvC/RvT leden zit, terwijl een kwart van deze RvC/RvT-leden juist aangaf dat deze kennis wél bij hen zit.’

Betekenis van digitale transformatie

Het kennisniveau klinkt door in de gehele digitale mindset van de organisaties. De Bruijn: ‘De digitale transformatie biedt enorme kansen en ik vind het schokkend dat uit dit onderzoek blijkt dat veel directies nog steeds vooral de risico’s van digitalisering zien. Er zijn in iedere sector al goede praktijkvoorbeelden die bewijzen dat je door digitalisering méér kunt bereiken. Het is tijd dat bedrijven zien dat de digitale transformatie ook op hen positieve invloed heeft.’

Fundamentele veranderingen

Paul Cornelisse stelt dat het essentieel is dat toezichthouders inzien dat bedrijfsmodellen en waardeketen fundamenteel veranderen door de mogelijkheden van technologie. Maar, zegt hij, dit betekent niet dat je alles van die nieuwe mogelijkheden dan tot in details hoeft te kennen om een visie te vormen. ‘Het is cruciaal om kennis te nemen van de bestaande IT-aanpak en structuur in de organisatie. Deze basiskennis geeft de nodige context om een oordeel te geven over het vertrekpunt en daarmee dus ook de plannen voor de langere termijn.’

De onderzoeksresultaten zijn gebundeld in het rapport “Nulmeting van Digitale Transformatie in Boardrooms in Nederland’, dat 12 maart 2019 verschijnt.