Wat is een succesvolle toezichthouder in de zorg? Ervaren toezichthouder in de zorg Karin Runia ziet de grootste kracht in de menselijke benadering. ‘Als toezichthouder ben je een kritische vriend van de organisatie.’

Karin Runia werkte jarenlang bij het Universitair Medisch Centrum Groningen gewerkt in verschillende functies. Inmiddels is Runia actief als toezichthouder bij zorginstellingen Zonnehuisgroep IJssel-Vecht, Carint-Reggeland, De Passerel, Zorggroep Noorderboog en Wijkracht. ‘Ik ben nu zeven jaar toezichthouder en stel hoge kwaliteitseisen, ook aan mezelf. Ik vind toezichthouden echt een vak, dat ik serieus neem en waar ik veel plezier aan beleef doordat ik ondersteunend kan zijn aan de bestuurder en de besturing van de organisatie. Maar daar hoort bij dat je tijd neemt. Ik vind dat je als toezichthouder beschikbaar moet zijn. Ik reken gemiddeld een halve tot een hele dag per week per organisatie. Dat betekent dat ik hier gewoon een fulltime job aan heb. Mijn bureau staat daardoor wel op een laag pitje.’

Zie ook: Succesvol leiderschap: 4 kritische factoren

Runia is naar eigen zeggen ‘professioneel toezichthouder’ bij de zorginstellingen. ‘Vanuit de zijdelingse rol die toezichthouders nu vaak hebben, is het zeker niet eenvoudig om te weten of een organisatie daadwerkelijk de goede kwaliteit levert. Als toezichthouder ben je deels onderdeel van de organisatie en sta je er anderzijds een beetje buiten, ook vanwege je maatschappelijk opdracht. Je houdt toezicht namens de samenleving en cliënten. En tegelijkertijd ben je betrokken bij de mensen in de organisatie die zich met hart en handen inzetten voor hun werk. Je balanceert eigenlijk constant tussen die twee met de kernvraag: wordt hier passende en goede zorg geleverd?’

De juiste vraag als toezichthouder

Informatievoorziening is volgens Runia essentieel als lid van een Raad van Toezicht. ‘Ik merk dat ik, vanuit wie ik ben en wat ik geleerd heb, de juiste vragen kan stellen en kan inschatten wat er speelt. En ik geniet daar ook gewoon van; dat ik voel dat ik dit wel kan. Zorg is nooit helemaal mooi en klaar en wat voor iemand waardevol is moet je ontdekken, ook als toezichthouder. Cijfers zijn daarbij informatief en van belang. maar zijn niet meer dan signalen. Je moet samen het gesprek voeren over wat deze betekenen en waar deze cijfers voor staan. De kern van het zorggeven ligt voor mij primair besloten in de relatie tussen de cliënt en de zorgverlener. De besturing van de organisatie, met alle verplichtingen van dien, volgt daaruit. Ik probeer er daarom vanuit mijn toezichthoudende rol er ook op toe te zien of het gesprek over wat wel en niet goed gaat gevoerd wordt.’

Kwaliteiten van een toezichthouder

Iedere Raad van Toezicht vraagt om andere specifieke kwaliteiten. Runia: ‘Toezichthouden is geraakt worden door goede en door minder goede zorg, en daar op de juiste manier meer omgaan. Je beweegt tussen je betrokkenheid bij cliënten en maatschappij enerzijds en de organisatie en hardwerkende professionals anderzijds. Je verplaatsen in het perspectief van belanghebbenden is veel belangrijker dan op afstand gaan staan. En ik denk dat toezichthouders toch te vaak voor dat laatste kiezen. Je moet als toezichthouder ook over een zelfreflecterend vermogen beschikken. Toezichthouders kijken ieder vanuit hun eigen bril naar de organisatie en zien verschillende dingen. Daar moet je je bewust van zijn. Het geeft echt meerwaarde als het lukt om mensen met verschillende invalshoeken in een team te hebben en deze verschillen actief te benutten.’

De huidige ontwikkelingen binnen de zorgsector vragen veel van iedereen. Ook van de Raad van Toezicht. Runia: ‘Als toezichthouder moet ik mijn vragen zo stellen dat het mensen stimuleert in hun werk. Je bent een kritische vriend van de organisatie en je moet aansluiten bij wat er speelt. Hier heb je als toezichthouder een taak in: door mensen te erkennen kom je ook verder met elkaar. Goed kunnen schakelen vind ik echt een kwaliteit van een toezichthouder. Schakelen tussen bijvoorbeeld uitvoering en besturen, tussen wettelijke regels en individuele ervaringen en tussen de interne organisatie en de externe organisatie. De muren van de organisaties zijn transparanter en dat vraagt van toezichthouders een brede blik. En wat durf.’

De bescheiden toezichthouder

Volgens de toezichthouder van onder meer Carint-Reggeland moet een lid van de Raad van Toezicht zijn/haar kwaliteit kennen, maar tevens de eigen beperkingen. ‘Je moet als toezichthouder ook weten wanneer je moet doorpakken en wanneer je even moet afwachten of verder moet kijken. Je weet van tevoren niet altijd waar je goed aan doet. De ‘praktische wijsheid’ van Aristoteles: als je alles weet en alles kunt, weet je nog niet wat je moet doen. Dat vind ik echt een kwaliteit voor een toezichthouder. En als laatste vind ik bescheidenheid belangrijk: heb als toezichthouder niet de illusie dat je alles ziet, weet en begrijpt. Sluit onbevooroordeeld aan. Een toezichthouder is namelijk geen bewaker van zijn eigen macht, zoals Jos van der Lans beweert, maar iemand die de uitvoerenden op het podium plaatst.’

Met speciale dank aan Nationaal Register.