Disruptie, digitale disruptie, disruptieve innovatie: buzzwords die Boardroom Nederland in hun greep lijken te houden. Bestuurders én commissarissen kunnen hun borst natmaken voor de aanstaande veranderingen. Commissaris Fennemiek Gommer adviseert haar collega’s vooral om niet overtuigd te zijn van hun eigen gelijk. ‘Dat vraagt een ander soort moed en creativiteit waar we als commissarissen niet in getraind zijn.’

Fennemiek Gommer, toezichthouder bij onder meer Palmedic, waarschuwt de commissaris voor de complexiteit van disruptie. ‘We bevinden ons in een complexe en veranderende wereld. Eén van de belangrijkste competenties als toekomstgerichte commissaris is meer begrip van verandervraagstukken. De toenemende complexiteit leidt daarnaast tot wicked issues. Je hebt ingewikkelde issues die je lineair kunt managen en je hebt die wicked issues die we in de maatschappij tegenkomen, maar nu ook in organisaties.’

Zie ook: Commissaris Class | Wat doe je bij irritaties binnen een Raad van Commissarissen?

De ervaren toezichthouder doelt op kwesties zoals terrorisme en obesitas. ‘Vraagstukken waar niet een eenduidig antwoord voor is. Hoe herken ik als commissaris dat ik met een wicked issue te maken hebben en wat is daarvoor nodig? Alleen al het toegeven van het niet weten. Dat vraagt een ander soort moed en creativiteit waar we als commissarissen niet in getraind zijn. Het management wordt vaak gedomineerd door het linkerhersenhelft denken, de lineaire processen. We weten heel veel niet. Er is nog genoeg te leren.’

Het goede gesprek

Gommer, tevens inleider bij Governance Essentials, benadrukt dat de commissaris/toezichthouder vooral zelfkritisch moet zijn. ‘Uiteindelijk moeten wij als Raad van Commissarissen waarde toevoegen voor de onderneming. Dat begint voor mij met het goede gesprek in een RvC, met je bestuurders. Dat hangt uiteraard samen met kwetsbaarheid en nieuwsgierigheid. Natuurlijk zijn al die functionele expertises en ervaring belangrijk, maar er komt steeds meer nadruk op wat voor vaardigheden belangrijk zijn in de boardroom. Iedereen moet zich ontwikkelen, daar zijn wij als commissaris niet uniek in.’

Een inhaalslag in commissarissenland is volgens Gommer niet aan de orde, maar er is nog voldoende werk te verzetten. ‘Ik ben een ambitieus mens, dus ik roep vrolijk dat er nog een hoop te doen is. Daarmee wil ik niet zeggen dat het nu slecht is. Mijn hoofd zit in het ‘nooit af-paradigma’. Als je met versie 1.0 bezig bent, kun je alweer verder met 2.0. Dat continu blijven verbeteren is mijn uitgangspunt, maar dat wil niet zeggen dat de huidige versie slecht is. Daarin slaan we soms door. Om veranderingen het hoofd te bieden en continu te blijven professionaliseren, moet je blijven leren.’