Petri Hofsté is de meest invloedrijke commissaris van Nederland. Hofsté twijfelt over het nut van een vrouwenquotum. ‘Tegelijkertijd kan een quotum van meerwaarde zijn om massa te creëren.’
Financieel topvrouw Erika Osinga gaat in gesprek met vrouwen die een voorbeeldfunctie en inspiratiebron zijn voor jonge, ambitieuze vrouwen om aan de top van het bedrijfsleven te komen. Petri Hofsté, lijstaanvoerder van de Top-100 Commissarissen, vertelt hoe de urgentie van participatie onder vrouwen groeit. ‘Argumenten om vrouwen aan te nemen, worden steeds krachtiger. Diversiteit is dat je uitgenodigd wordt op een feestje, inclusie is dat je je op dat feestje ook vrij genoeg voelt en durft te dansen. Ditzelfde geldt met vrouwen in de boardroom. Het is niet alleen leuk om uitgenodigd te worden op het feestje, maar ook om mee te dansen.’
Zie ook: Commissaris Ahold Delhaize kondigt pensioen aan
Hofsté is niet per se een voorstander van een vrouwenquotum. ‘Ik ben van mening dat je als vrouw allereerst de juiste kwaliteiten moet hebben om in de boardroom plaats te kunnen nemen. In dat opzicht vind ik een vrouwenquotum dus niet nodig. Maar als een man in de spiegel kijkt (spiegeltest), dan wil hij een gelijk iemand hebben, in een boardroom dus ook een man. Zo wordt het wel heel lastig om als vrouw in de board terecht te komen.’
‘Vrouwenquotum kan van meerwaarde zijn’
‘Maar lossen we dat op door een quotum in te voeren?’, vervolgt de commissaris van onder meer Achmea. ‘Of kun je beter gericht beleid opstellen waaruit blijkt dat de top ook écht van mening is dat vrouwen erbij horen? Tegelijkertijd kan een quotum van meerwaarde zijn om massa te creëren. Als enige vrouw in de boardroom brengt dit je als vrouw ook in een lastige positie. Meedansen op het feestje is moeilijker als je alleen op de dansvloer staat. Daarom ben ik van mening dat een quotum helpt om te doorbreken dat er geen of slechts één vrouw in een board benoemd wordt. Dan pas kan je ook laten zien wat je kwaliteiten zijn.’