Cees Roozemond is de nieuwe algemeen directeur van sc Heerenveen. Roozemond volgt de vertrokken Luuc Eisenga op bij de Friese eredivisionist. Eerder was hij de voorzitter van de Raad van Commissarissen.

De 59-jarige Cees Roozemond was als president-commissaris benoemd als opvolger van Luuc Eisenga. Aanvankelijk zou Roozemond de functie tijdelijk vervullen, maar het stichtingsbestuur droeg hem in februari voor als algemeen directeur. Het bestuur besloot de voordracht over te nemen. ‘Ik ben blij met het vertrouwen en deze kans als algemeen directeur. Vanaf het moment dat ik gedelegeerd bestuurder werd, heb ik gezegd dat ik deze uitdaging ook voor de lange termijn niet uit de weg ga. Essentieel was echter wel dat dit besluit dan wel breed zou worden gedragen.’

Zie ook: Mart de Kruif: ‘De geboren leider bestaat niet’

Niet iedereen is een voorstander van de aanstelling van Cees Roozemond. Sytse Bouwer, voormalig directeur van hoofdsponsor GroenLeven, wilde op vrijwillige basis directeur worden bij sc Heerenveen. De keuze viel echter op Roozemond. ‘Dit klopt van geen kant. Ik ben verbaasd dat in de krant kwam dat ik mezelf heb aangeboden als kandidaat”, reageert Bouwer. ,,Maar ik kan dat niet ontkennen. Het klopt dat ik aangegeven heb dat ik in de club wil investeren. Dat ik dat vrijwillig wil doen en dat ik per week honderd uren beschikbaar ben. En de reden dat ik dat gedaan heb is omdat het nu gewoon niet goed gaat. Roozemond is voor Heerenveen geen verbinder. Hij heeft naar mijn inschatting onvoldoende draagvlak binnen alle geledingen van de club.’

‘Deze governance kan alleen bij sc Heerenveen’

Bouwer is vooral verbaasd over de benoemingsprocedure van Roozemond. ‘Ik heb (maandagavond, red.) van het stichtingsbestuur gehoord dat ik geen geschikte kandidaat was. Ik heb gevraagd om onderbouwing, maar die heb ik tot op heden nog niet gekregen. Of dit een coup is van Roozemond? Ja, natuurlijk. Deze governance kan bij geen enkel normaal bedrijf.’

Roozemond maakte eerder al zijn wens kenbaar om langer bij sc Heerenveen te blijven als directeur. ‘Dat de beeldvorming bij sommigen zo is, dat snap ik wel. Daar heb je mee te maken. Het komt er nu op aan: hoe kan ik mensen ervan overtuigen dat dit niet mijn aspiraties waren? Dan komt het aan op communicatie en vertrouwen. Volgens mij kan ik dat prima.’