Minister Ingrid van Engelshoven (Emancipatie) gebruikt naming and shaming voor bedrijven met te weinig vrouwen in de bedrijfstop. Van de tweehonderd grootste Nederlandse bedrijven hebben er slechts dertien voldoende vrouwen in de top van hun bedrijf benoemd. ‘Hoe kan een bedrijf als Coolblue niet voldoen aan het streefcijfer?’

Slechts dertien van de tweehonderd grootste bedrijven in Nederland voldoen aan de diversiteitsnorm van de overheid in Raden van Commissarissen en Raden van Bestuur. Dat blijkt uit onderzoek van kennisinstituut voor Emancipatie en Vrouwengeschiedenis Atria, dat op verzoek van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Onder de bedrijven die zowel in de raad van bestuur als in de raad van commissarissen het percentage van 30 niet haalden, zijn ING, KPN, Ahold Delhaize, Randstad en Aegon. Bedrijven die in de top helemaal geen vrouwen hadden, zijn bijvoorbeeld VolkerWessels, Dura Vermeer en Koninklijke Ten Cate.

Zie ook: ‘Vrouwelijke commissarissen ontvangen minder salaris dan mannelijke collega’s’

Esmee Pater, commissaris bij Rabobank IJsseldelta, reageert verbaasd op de cijfers. ‘Waar de ANWB voorloper is in het rijtje, staat juist Coolblue in het rijtje met bedrijven die níet voldoen aan het streefcijfer voor Raden van Bestuur en Raden van Commissarissen. Hoe kan het dat juist zo’n vooruitstrevend en jong bedrijf de boot mist? Heel veel Nederlandse bedrijven hebben nog steeds veel te weinig vrouwen in topfuncties.’

Het probleem speelt al tientallen jaren. Topvrouwen zoals Annemarie Jorritsma en Neelie Kroes hebben de kwestie al meermaals aangekaart. Marry de Gaay Fortman, o.a. voorzitter van Stichting Topvrouwen en commissaris bij KLM en De Nederlandsche Bank (DNB), vertelt over bij Jinek de vooroordelen. ‘Toen ik carrière begon te maken bij Houthoff, kreeg ik dagelijks vragen als “hoe doe je dat dan?”. Ook toen ik managing partner was, bleven deze vragen spoken. Mijn mannelijke tegenhanger, met drie kinderen, kreeg deze vragen niet.’

Haantjesgedrag

Rabobank-topman Wiebe Draijer vertelt hij over zijn eigen vooroordelen. ‘Ik moest me daar eerst bewust van worden. Daarna heb ik objectief naar mijn vooroordelen gekeken. Ik heb intensief gekeken naar de verschillen tussen een groep mannen die een probleem oplost en een groep vrouwen die hetzelfde doet. Het viel daarbij op dat vrouwen vragen aan elkaar stellen en mannen haantjesgedrag vertonen om te laten zien wie de baas is. Alle stereotypen bevestigend. Je kunt pas over dit soort gedrag heen als iedereen zich realiseert dat het gebeurt.’