De kennis van fraudebeheersing van interne toezichthouders blijkt zeer gering. Dat is in de praktijk zeer risicovol. Peter Schimmel, partner bij Grant Thornton, gaat in dit blog dieper in op integriteit- en fraudebeheersing onder interne toezichthouders. ‘Durft u met uw hand op uw hart te beweren dat u op de hoogte bent van de steeds strenger wordende regelgeving ten aanzien van fraude en corruptie?’
Steeds meer interne toezichthouders komen erachter dat zij mede-verantwoordelijk zijn voor het voorkomen en ontdekken van fraude in de organisatie waarop zij toezien. Helaas leert onze ervaring dat het om maar een heel klein deel gaat van alle interne toezichthouders en dan vooral omdat er zich een incident heeft voorgedaan. Bovendien blijkt bij zo’n incident, dat de kennis van fraudebeheersing van die toezichthouders zeer gering is en niet altijd relevant. Dat is risicovol, want de kans bestaat dat een interne toezichthouder aansprakelijk wordt gehouden in geval van een incident. Die kans neemt toe, naarmate die toezichthouder zich minder gelegen laat aan de genoemde verantwoordelijkheid. Je zou het een aan opzet grenzende grove nalatigheid kunnen noemen.
Zie ook: Focus op fraude moet leiden tot vertrouwen
Zoals iedere accountant kan uitleggen, op basis van internationale beroepsregels: ‘De primaire verantwoordelijkheid voor het voorkomen en detecteren van fraude berust bij de met governance belaste personen en het management van de entiteit.’ Uit bekende incidenten, bijvoorbeeld in de kwesties Landis en Vestia, blijkt dat interne toezichthouders niet zomaar vrijuit gaan. Daarnaast zijn er ook in Nederland anti-corruptiebepalingen van toepassing, die zelfs tot strafrechtelijke aansprakelijkheid kunnen leiden, zonder actieve betrokkenheid. Nederland is bereid daartoe onderdanen uit te leveren aan het Verenigd Koninkrijk of de Verenigde Staten. Kortom, het gaat ergens over.
Afrekencultuur en schijnintegriteit
Er heersen veel misverstanden rond fraude, integriteit en de beheersing daarvan. Zo maakt gelegenheid niet de dief, zijn mensen slechts situationeel integer, is de accountant niet een anti-fraude-expert, is de uitdrukking ‘een beetje integer bestaat niet’ flauwekul, heeft integriteit weinig met eerlijkheid te maken en leiden gedragscodes en dilemma-trainingen nauwelijks tot wenselijke gedrag, maar vooral tot een afrekencultuur en schijnintegriteit.
Het eigen gedrag, woord, taal en symboolgebruik van de leiding is in hoge mate bepalend voor het welzijn en gedrag van de medewerkers van een organisatie. Gedrag vertaalt zich in gedrag, maar dan moet je wel de kennis hebben om dat gedrag te bepalen of daar toezicht op uit te oefenen. En aangezien procedures, regels, administratieve organisatie of maatregelen van interne beheersing en nog meer compliance nauwelijks bepalend zijn voor het al dan niet voorkomen van fraude- en corruptie, is het niet gek dat juist de top verantwoordelijk en aansprakelijk wordt gehouden als zich incidenten voordoen. De top had het kunnen weten, had het moeten weten en haar verantwoordelijkheid moeten nemen.
Regels jatten niet, mensen wel en dat vereist investering in kennis van en focus op waarom mensen niet altijd het goede doen, als je daartoe de primaire verantwoordelijkheid draagt.
Opfriscursus integriteit- en fraudebeheersing
Als intern toezichthouder wordt veel van u verwacht op een veelvoud van expertisegebieden. Durft u met uw hand op uw hart te beweren dat u op de hoogte bent van de, steeds strenger wordende regelgeving ten aanzien van fraude en corruptie? En bent u op de hoogte van de nieuwe inzichten, trends en ontwikkelingen ten aanzien van fraude(beheersing) en integriteitsmanagement, of wordt het wellicht tijd voor een opfriscursus integriteit- en fraudebeheersing?
Peter Schimmel is partner forensic & integrity risk management Grant Thornton. Grant Thornton is partner van Commissarissen.nl